De harp
De harp bestaat al duizenden jaren. De snaren lopen schuin van de klankkast ( het dikke gedeelte van de harp ) naar de hals ( het bovenste smalle gedeelte ). Er zijn 3 verschillende eenvoudige vormen van de harp. Je hebt de boogharp, die is gebogen aan een kant, de lijstharp, die is vierkant, en je hebt de hoekharp, die heeft een hoek. De boogharp zie je veel in Afrika en Oost-Azië. De hoekharp zie je veel in Afrika, en de lijstharp alleen in Europa. De harp maakt geluid door met je vingers de snaren te laten bewegen. Elke snaar heeft een toon. Hoe langer ( en dikker ) de snaar, hoe lager de toon. De harp heeft dus ook korte snaren. Die geven hele hoge tonen. Een pedaalharp heeft 47 snaren. Daar kan je dus veel tonen mee krijgen. Pedalen zijn ervoor om halve tonen te krijgen. De snaren zijn gekleurd. Dat is zo omdat je ze anders niet uit elkaar kan houden. De c-snaren zijn rood, en de f-snaren zijn allemaal blauw of zwart. De Egyptenaren hadden zelfs al harpen!