slaginstrumenten

Drumstel

 Een drumstel bestaat uit een aantal trommen (drums) en bekkens (cymbals). De grote trom (of bass drum) wordt met een pedaal {een pedaal is een soort van stok die je met je voet bediend} bediend. Het indrukken van het pedaal zorgt ervoor dat een stok tegen de trom slaat. Verder zijn er nog kleine trommen en roertrommen.

Trommen in verschillende groottes en aantallen komen al lang voor. Ze bestonden al in de wereldrijken van vroeger (Egypte, Perzië, China, Afrikaanse rijken, enz.). In de periode van de Kruistochten kwam men in Europa ermee in aanraking. Behalve gewone trommen kwam men in de Middeleeuwen ook 'naçaires' (kleine keteltrommen) tegen. Dat was het begin van de moderne pauken. Trommen werden gebruikt als begeleiding van zang, bij het dansen, enz. Het pedaal van de bass drum en de hi-hat is er niet altijd geweest. Het pedaal is ontwikkeld omdat de drummer zo, door behalve z'n handen ook z'n voeten te gebruiken, meer trommen/bekkens kon bespelen.

Kayamba  en guiro [slaginstrumenten]

Alle instrumenten waar je op slaat om muziek uit te krijgen noem je slaginstrumenten. Er zijn ook slaginstrumenten waar je niet op slaat. Bijvoorbeeld de guiro, die is gemaakt van een kalebas. Dat is een ronde vrucht met ribbels. Als je daar dan met een stokje over heen gaat hoor je geluid. Ook een apart slaginstrument is de kayamba. De kayamba kan je op drie manieren spelen. Als je de kayamba draait vallen de korrels naar beneden. Dan lijkt het net als of het regent. Als je de kayamba met twee handen vast houd en je schud hem van voor naar achter, kan je een ritme maken. Als laatste kun je de kayamba ook van links naar rechts bewegen. Dan lijkt het net als of er een stoomlocomotief voorbij rijd.